dinsdag 18 februari 2014

Kantoorhumor

De dierenartsenpraktijk waarin ik werk is een drukke praktijk waarin hard gewerkt wordt. Maar natuurlijk is er tussen al het harde werken door ook heus wel tijd voor wat 'kantoorhumor'. Of moeten we het prakijkhumor noemen?

Zo was het een tijd terug onder collega's een sport om stiekem vreemde of moeilijke nep-patiënten in de agenda van je collega te plannen. Om vervolgens gniffelend de reactie van de desbetreffende collega af te wachten.

Collega Constance had bijvoorbeeld opeens "Vis Blub - Zwemt op zijn zij" bij haar middag-afspraken staan. Tijdens de pauze zat ze hardop te mokken over deze afspraak: "Wat moet ik nou met een vis? Wat weet ik nou van vissen? Wie heeft die afspraak gemaakt?" Tot ze erachter kwam dat Blub de vis helemaal niet bestond maar een grapje van collega Marjolein en assistente Leonore was.

Toen een aantal dagen later bij de ochtendafspraken van Marjolein een fret met kiespijn ingeroosterd stond wist ik wel hoe laat het was. Het is namelijk algemeen bekend dat Marjolein stiekem een beetje bang is voor fretten en hun scherpe tandjes. Dus het vooruitzicht op een grondige gebitsinspectie bij zo'n beestje was voldoende om haar de hele ochtend een beetje nerveus te maken. 1-1 voor Constance.

Zelf kon ik natuurlijk op mijn vingers natellen dat ik natuurlijk ook niet gespaard zou worden. Maar mijn collega's hielden zich strategisch een aantal dagen koest voordat ze mij in de val lieten lopen.

En zo kwam het dat ik op een drukke vrijdagmiddag op het punt stond om naar de andere vestiging te rijden om daar de laatste afspraken te doen. Het programma stond aardig vol en tussen de afspraken stond ook een oud ongesteriliseerd teefje dat duidelijk meer dronk en andere vage klachten had. Gelijk begonnen er alarmlichten in mijn hoofd te knipperen. Het zou toch geen baarmoederontsteking zijn? Want ik stond er alleen voor en had geen collega's meer om ter bevestiging een echo te maken. Daarnaast had ik destijds ook nog niet genoeg ervaring om deze spoed-operatie in mijn eentje uit te voeren. Vanuit de auto instrueerde ik per telefoon de assistente om de bloed-analyzers alvast aan te zetten en werkte in mijn hoofd al een heel plan van aanpak voor deze spoedpatiënt uit.

Terwijl ik de praktijk binnenstormde vroeg ik ietwat nerveus aan de assistente of de patiënt al gearriveerd was. Toen ze me grijnzend aankeek wist ik gelijk hoe laat het was...
De rest van de middag werkte ik rustig mijn patiënten af. Maar in mijn hoofd zinde ik alweer op wraak!

Reageer op dit bericht